Nairobi: Cultuur snuiven en verhalen maken
Ruim de helft van de gasten in onze groep stond met samengeknepen billetjes naast mij. “Is er echt voor iedereen een helm?”, “Rijdt mijn motorrijder niet ineens weg bij de groep?”. Nee, natuurlijk niet, de kans is minimaal 50% dat je niets ernstigs overkomt tijdens ons avontuur op de motor door Nairobi. Na vijf minuten waren alle zorgen als sneeuw voor de zon verdwenen. Een stoet van 35 motoren toerde met ronkende motoren dwars door de miljoenenstad in Oost-Afrika. Van de rustige, groene buitenwijken trokken we dwars door Kibera, de grootste slum van Afrika, naar Downtown waar ons een lunch stond te wachten. Zwaaiend, toeterend en slingerend banen 32 Leidse idioten zich met hun Keniaanse motorvrienden een weg door het alledaagse leven van Nairobi. Verhalen maken is wat je doet op zo’n dag. Hier met zijn allen in de file staan omdat je dwars door een textielmarkt heen moet is een herinnering die je niet gauw vergeet.
De eerste geitenbout bij Harry’s Tavern, het is een herinnering. Wat er die avond gebeurde laten we even aan de verbeelding over: omstreeks 22:15 staan er 2 eerstejaars aan de bar te schaken op hun telefoon. Wat zich op de dansvloer afspeelt is volgens hen “te gênant voor woorden”, “zou verboden moeten worden” en “kan echt niet.” Een hoop kisten ijskoude Tuskers, wijze lessen van ouderejaars en gulle aanbiedingen om ergens anders dan in het hostel te slapen later, is het tijd om de balans op te maken. Met je dispuut twee dagen op pad in Nairobi geeft je verhalen voor twintig jaar.