Een roadtrip naar Karamoja: het onontdekte noorden van Oeganda

Met mijn handen om het stuur geklemd tuur ik door de voorruit van ons gehuurde Toyota-busje. Met mijn rijtalent – ik ben gewend aan de kaarsrechte, verharde wegen van Nederland – probeer ik sierlijk te zigzaggen tussen de gaten in het knalrode dirt road… de roadtrip door Oeganda is begonnen!

Dit afgelegen gebied was tot kort geleden bijna onbegaanbaar voor toeristen. Het was er niet altijd veilig en je moest een permit kopen om het district te mogen bezoeken.

De onontdekte, rauwe diamant van Oeganda

Uit ons muziekboxje pompen Oegandese hits, en terwijl ik mee bounce achter het stuur, weet ik niet waar ik moet kijken. De omgeving is adembenemend. Majestueuze rotsbergen doemen overal om ons heen op uit de rode aarde. Je ziet vrouwen gewikkeld in doeken in alle kleuren van de regenboog, en langs de kant van de weg struinen koeien met hoorns net zo groot als ikzelf. En dan zijn er nog de putholes. We zijn al twee dagen op weg naar Karamoja: de onontdekte, ruwe diamant van Oeganda. Een roadtrip die niet door velen gedaan wordt, maar wat een indruk op ons achter zou laten om nooit te vergeten.

Diep weggestopt in het Noorden van Oeganda, genesteld tegen de grens van Zuid-Sudan en Kenia, vind je Karamoja. Dit remote gebied was tot kort geleden bijna onbegaanbaar voor toeristen. Het was er niet altijd veilig en je moest een permit kopen om het district te mogen bezoeken. Sinds vijf jaar is het mogelijk dit ruige gebied te verkennen. Karamoja is heet, droog, ruig en prachtig. De hobbelige, onverharde, rode wegen kronkelen als aders door de uitgestrekte vlakten, waaruit prominente rotsen naar de lucht reiken.

Kidepo Valley

Wat natuur betreft staat Karamoja vooral bekend om Kidepo Valley, één van Oeganda’s mooiste Nationaal Parken. Daarnaast wordt Karamoja bewoond door de Karamojong: een inheems volk dat vasthoudt aan traditionele leefwijzen. Om bij Kidepo Valley te komen, moet je vanuit Kampala bijna 600 kilometer afleggen, over wegen waar je zelfs met een 4×4 vaak niet sneller dan in een tempo van 20 kilometer per uur vooruit tuft.

Toeristen die voor een paar weken Oeganda bereizen, slaan Karamoja dus vaak over. Het is ver weg, moeilijk bereikbaar en je hebt er weinig faciliteiten. Daarnaast zitten de populaire hotspots vrijwel allemaal in het Zuidwesten van Oeganda: regelrecht de andere kant op. Een vriend van ons uit Kampala is zelf Karamojong, en inspireerde ons om een trip te maken naar deze off-the-beaten-track vlaktes. Samen met een paar vrienden huurde ik een rammelend busje en gingen we de uitdaging aan: in een week tijd het ruige, onontdekte Noorden van Oeganda verkennen.

Dag 1 en 2: van Kampala naar Kotido

Onze vriendelijke vriend uit Kampala, komt zelf uit Kotido, een district midden in Karamoja. In dit district vind je Nakapelimoru: het grootste traditionele dorp uit Oost-Afrika. Zijn oom heeft een boerderij in de buurt, wat de eerste bestemming van onze roadtrip zou zijn. Ons gammele busje stouwden we vol met pakken rijst, groentes, brood, onze tassen en onszelf. Daar gingen we dan: de drukte en smog van Kampala uit, richting uitgestrekte vlaktes van Oeganda’s countryside. We stopten in Gulu, een stadje ten Noorden van Kampala, waar we na 333 kilometer rijden de nacht doorbrachten in een goedkoop hotel. Een stad als Gulu is geen toeristenbestemming bij uitstek, wat het juist zo leuk maakt er eens te stoppen en om je heen te kijken.

We doken een lokale bar in, waar Oegandese, jonge mensen zaten te lurken aan waterpijpen en hun Nile biertjes. De volgende dag was het nog een paar uurtjes hobbelen, over wegen met steeds diepere kuilen, langs steeds imposantere bergen en uitgestrekte vlakten. Hoe verder we Karamoja inreden, hoe meer we de kleurige geblokte en gestreepte doeken van de Karamojong tegenkwamen, met hun gekke goochelaars hoedjes.

Eenmaal aangekomen in Kotido, de hoofdstad (lees: paar straatjes) van het gelijknamige district, waren we er nog niet. We moesten de boerderij waar we gingen overnachten zien te vinden, en Napso – de eigenaar van de boerderij – zou een boda-boda (brommertaxi) sturen om voor ons uit te rijden. Terwijl we wachtten in ons busje, die inmiddels was getransformeerd tot een magnetron, raakten we aan de praat met één van de dorpsbewoners. Niet alleen mochten we gebruik maken van zijn WC, voordat we het wisten zaten we in zijn kleine woonkamertje op zijn bank gepropt met kopjes thee op onze schoot, te praten over het leven in een afgelegen gebied als Karamoja.

Een stad als Gulu is geen toeristenbestemming bij uitstek, wat het juist zo leuk maakt er eens te stoppen en om je heen te kijken.

Overnachten onder de sterren: de village experience

Een paar uur later reden we in het pikkedonker over kronkelige zandweggetjes achter het rode achterlicht van een boda-boda aan, totdat we aankwamen bij de boerderij van Napso. Napso is een lange Karamojong met een vriendelijk gezicht en een flink stel hersens. Hij heeft zijn boerderij omgebouwd tot een toeristenverblijf, met als thema ‘village experience’. Je kunt slapen in een traditionele hut – hoewel van binnen best wel super-deluxe! – óf op een buitenbed, met niets dan een muskietengaas en triljoen sterren boven je hoofd.

Village experience betekent village experience! Dus pakten we de groenten en rijst die we hadden meegenomen op onze roadtrip uit het busje, en begonnen we met z’n allen rond een kampvuur eten te bereiden. Terwijl een groentesaus zachtjes in een aluminium pan pruttelde op het vuur, verzonken we in diepe gesprekken: over cultuurverschillen, over de duizenden NGO’s die werkzaam waren in Karamoja en alleen maar hun eigen zakken vulden… Food for thought! Met een goed gevulde buik en het getsjirp van krekels op de achtergrond, vielen we in slaap onder de blote melkweg.

Dag 3: ontmoeting met de Karamojong

We tuurden door het autoraam naar buiten en bleven versuft in onze stoelen zitten. Het gehele dorp had zich om ons busje heen gedrongen en stonden zowat tegen onze ruiten aangeplakt. We hadden geen flauw benul hoe we de autodeuren konden openen om uit te stappen. Een stuk of honderd mensen uit het traditionele dorp Nakapelimoru hadden zich verzameld bij de auto en keken ons nieuwsgierig, sommigen argwanend, aan. De mensen zagen er kleurrijk en sierlijk uit: ze hadden felle doeken om zich heen geslagen, grappige hoedjes op en sierlijke littekenweefsel-patronen over hun gezicht. Met behulp van Napso, die wat ruimte vrijmaakte, stapten we uit. Daar stonden we dan: als vreemdelingen recht tegenover elkaar, incapabel om woorden met elkaar uit te wisselen. Na een vrij humoristische stare contest begon onze rondleiding van Napso door Nakapelimuro: het grootste traditionele dorp van Oost-Afrika.

Nakapelimuro is het thuis van de Jié-clan: een uitgestrekt dorp dat bestaat uit rieten daken zover je kan kijken. Van takken zijn constructies gebouwd die dienen als doolhofmuren om looppaden van woonruimten te scheiden. De huizen zijn simpel: ronde gebouwtjes van klei met rieten daken. Geen winkels, geen restaurants, geen sanitair. Napso komt zelf uit dit dorp, en leek een populaire vent: hij maakte babbeltjes met iedereen en vertaalde voor ons wat er werd gezegd.

Na een tijdje spelletjes te hebben gespeeld met de kinderen uit het dorp, werden in één van de huisjes uitgenodigd om binnen te zitten: de klei van de muren blijkt een verrassend verkoelend effect te hebben tegen de hitte en droogte van buiten. Met onze bottige achterwerken probeerden we onszelf comfortabel te maken op dunne matjes die op de grond lagen. Een mevrouw gewikkeld in een kleurig doek, haar gezicht vol litteken-kunst, begon verwoed over de cultuur van de Karamojong en haar clan te praten, terwijl Napso voor ons vertaalde.

Zo vertelde ze over haar man die meerdere vrouwen had: iets wat niet alleen vaak voorkomt in haar clan, maar wat zelfs een must is. Wanneer je met een man getrouwd was die géén meerdere vrouwen kon krijgen, dan had je een loser aan de haak geslagen en kon je hem maar beter dumpen. Als eerste vrouw zit je goed gebakken: je hebt praktisch vetorecht over de andere vrouwen die je man mee naar huis brengt. Heeft hij een leuk meisje op het oog? Dan mag hij haar pas huwen als jij als eerste vrouw haar ook ziet zitten en toestemming geeft. Als dit gebeurt, komt de tweede of derde vrouw bij het stel inwonen, en moeten zij wife #1 helpen met de huishoudelijke taken en het verzorgen van de kinderen. Handig, toch?

Dag 4 en 5: het dierenparadijs Kidepo Valley

Voldaan en lichtelijk extatisch door de intense indrukken van de vorige dag, reden we na het ontbijt door naar de volgende bestemming: Kidepo Valley National Park. Dit immens grote park ligt in het uiterste Noordelijke puntje van Oeganda en gaat zelfs door over de grens van Zuid-Sudan. We verbleven bij Apoka Rest Camp: een kamp middenin het park met eenvoudige banda-hutjes die origineel bedoeld waren voor rangers. Dit camp is het kleine underdog-broertje van de luxe en prijzige Apoka Lodge. Het is er rustig, stil en back to basics, dichtbij de natuur! Als je wil eten, laat je dit van tevoren weten en wordt er speciaal voor jou een spaghetti bolognese voor je in elkaar gedraaid terwijl je op de houten veranda misschien wel een nijlpaard voorbij ziet wandelen.

Kidepo Valley was naar onze mening het mooiste park dat we in Oeganda gezien hebben. Uitgestrekte vlaktes met scherpe rotsbergen, verdwaalde bomen en cactussen, en verder vooral helemaal niémand naast onszelf en de wilde beesten. Dit park is de enige plek in Oeganda waar je cheetah’s kunt zien, en alle andere dieren zijn er in overvloed. Je kunt zelfs makkelijk een oversteek maken naar Zuid-Sudan om natuurlijke heetwaterbronnen te bewonderen. We zaten op het dak van ons busje en reden door het oneindige, magische niemandsland. De Afrikaanse zon straalde haar rode gloed van het golden hour over de silhouetten van de bergen en leeuwenfamilies die op verkoelende rotsen de laatste zonnetraaltjes van de dag meepakten.

Dag 6 en 7: van Karamoja naar Kampala

Tintelend van adrenaline en een hersenpan vol nieuwe indrukken, begonnen we aan de tweedaagse terugrit via het Westen naar Kampala. Een roadtrip naar Karamoja is er één vol avontuur, oprechte ontmoetingen en puur landschap. Als één van de weinige reizigers trotseer je adembenemde, unspoilt vlaktes, om uitstappen voor een dansje op ‘Big Bumpa’ met vrouwen die over de weg wandelden, of hitch hikers mee te nemen die geen Engels spreken… Karamoja kent nauwelijks toerisme, is totaal off the beaten track en biedt ongerepte natuur en gekoesterde tradities. Ben je dus in Oeganda, en wil je wel eens wat anders zien dan het drukbezochte Zuid-Westen? Ik zou zeggen: huur een auto en trotseer die bumpy ride: het wordt een trip om nooit te vergeten.

Inhoud

HEB JIJ VRAGEN VOOR ONZE AFRIKA EXPERTS?

DEZE BLOGS ZUL JE OOK LEUK VINDEN:

Rwenzori Mountains in Oeganda: de perfecte plek voor een actieve lustrumreis

Selfdrive 4X4 avontuur in Zuidelijk Afrika

Tofo: Het Paradijs In Mozambique